Spelend leren met behulp van de leerlijnen in groep 3, hoe doe je dat?
Deze blog is geschreven door Gouwe Academie
Steeds meer scholen werken met de leerlijnen jonge kind in ParnasSys. Met behulp van deze leerlijnen kunnen leerkrachten hun leerlingen goed volgen in hun ontwikkeling. Daardoor kunnen ze goed aansluiten bij de zone van de naaste ontwikkeling. Tegelijk komen er vragen uit het werkveld: kunnen we dit doorzetten in groep 3 en hoe dan?
De overgang van groep 2 naar groep 3 is voor veel kinderen een grote stap. Leerkrachten ervaren een andere vorm van onderwijs als zij van de onderbouw naar de middenbouw van de school gaan. Ook andersom is het een vaak gehoorde reactie: “Tjonge, wat is dit ander onderwijs.” En vaak hoor je daarna: ”Dat het ook zo kan.” Leerkrachten krijgen het idee dat leren middels spel goed werkt. Ze vragen zich echter wel af hoe het dan werkt met een methode.
Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en hebben een onderzoekende houding. In hun verlangen de wereld om hen heen te begrijpen, leren ze nieuwe vaardigheden die ze nodig hebben in de werkelijke wereld. In hun spel leren kinderen op betekenisvolle wijze wat in/op/onder/boven is, ordenen ze getallen en vormen, leren ze over zinken en drijven, over wat een schaduw is en leren ze wanneer het over ‘gister’ gaat of ‘eergisteren’. Ze leren betekenisvol hoeveelheden te splitsen, optellen en aftrekken. Leerkrachten ontdekken hoeveel kinderen willen én kunnen, als zij betrokken zijn bij activiteiten, die inhoudelijk interessant voor ze zijn. Dit in tegenstelling tot het werken in een werkboekje, waar jonge kinderen vaak geen verbondenheid mee voelen.
Formeel leren
Om speelse, betekenisvolle activiteiten in te zetten, is het nodig om kennis te hebben van de (SLO) doelen die bij taal en rekenen horen. Daarnaast is het nodig om te weten hoe jonge kinderen leren. Kenmerkend voor de manier van leren van jonge kinderen is dat zij met heel hun lichaam willen ervaren. In de leeftijd tussen 6 en 8 jaar gaat het informele leren over in het formele leren. Die overgang is vaak in het leerjaar van groep 3. Het jaar dat kinderen leren lezen en het fijn gaan vinden om in een werkboek te werken. Maar voor de meeste kinderen in groep 3, (en vaak ook verder, tot in de bovenbouw), blijft spel belangrijk (Spelen en leren op school, Dobbers & van Oers – 2018). Als kinderen zich ontwikkelen van informeel naar formeel leren, blijft de behoefte aan spel bestaan. De ontwikkeling van spelactiviteit naar de bewuste leeractiviteit moet als een eenheid worden gezien die niet door de grenzen in leeftijd of kalendertijd is op te delen (Op jou kan ik rekenen, Niko Fijma en Henk Vink 2003; Lezen en schrijven doe je samen, Bea Pompert – 2017).
Spel
Spel staat niet los van de planning, maar is er een onderdeel van. Je plant ruimte voor spel dus bewust. Je hebt de doelen van je themaplanning paraat, zodat je spel kunt stimuleren, verbreden en verdiepen als de kansen zich voordoen (Vloeiend van groep 2 naar groep 3, Bouwman en Bakker – 2019). Maar hoe weten leerkrachten dan aan welke doelen de kinderen toe zijn? Welke materialen moeten zij inzetten? Hoe kunnen zij het bijhouden als zij geen methode meer willen gebruiken? En wat zijn eigenlijk de doelen die de kinderen in groep 3 moeten behalen?
Een grote voorwaarde om met spel in groep 3 aan de slag te gaan is kennis hebben van de leerlijnen. Al jaren werken leerkrachten van de onderbouw met leerlijnen in ParnaSsys. Hierdoor is de ontwikkeling van jonge kinderen goed te volgen en te registreren. Voor de doorgaande lijn van groep 2 naar groep 3 zijn de leerlijnen jonge kind uitgebreid met leerlijnen groep 3. Deze leerlijnen kun je gebruiken als je de methode (gedeeltelijk of geheel) wil loslaten in groep 3.
Wat is hiervan de meerwaarde?
Als eerste kun je beter aansluiten bij wat jouw kinderen nodig hebben. Daarnaast komt er meer tijd vrij om spelend leren in de hoeken mogelijk te maken. En het allerbelangrijkste: er is een grotere betrokkenheid. En als kinderen betrokken zijn is het leerrendement optimaal.